Wat een leven: Eten en zwemmen

In onze tuin hebben wij een grote vijver met veel vissen en binnen een aquarium met (te) veel guppy’s. De vissen die we in de vijver hebben zitten zijn normale oranje goudvissen van de winkel en donker bruine/zwarte voorntjes uit een nabijgelegen grote vijver in Rijen die ik samen met mijn pa en broer eruit gevist hebben. Eigenlijk is het verboden om deze mee te nemen, maar wij vonden het wel leuk om deze ook in onze vijver te hebben. Ik vind het altijd wel leuk om naar de visjes te kijken en ze te voeren. Als je het voer erin hebt gegooid springen ze helemaal uit het water alsof ze een jaar geen eten hebben gehad!

De vissen in onze vijver komen dus makkelijk aan hun voedsel. We moeten ze elke dag voeren, omdat er in de vijver zelf niet genoeg eten te vinden is voor de vissen. De vissen hebben eigenlijk wel een lekker en lui leventje zou je zeggen, want ze hoeven niet naar voedsel te zoeken. Maar dat valt best wel tegen, omdat ze vaak zelf ook op het menu staan van een roofdier, namelijk de reiger die vaak in onze tuin langs de vijver zit om de visjes eruit te pikken.

De vissen staan dus niet bovenaan de voedselketen. Eigenlijk staan ze in onze vijver ver onderaan. Helemaal onderaan de voedselketen staan de voedselkorrels. Daarna komen de vissen en daarna de reiger. Er is niet echt een eerste trofisch niveau waar de vissen zelf gebruik van maken, namelijk de vijverplanten zoals de paar lelies die we erin hebben staan. Die zorgen echter wel voor het zuurstof in de vijver. De vissen zijn een consument van de eerste orde, oftewel het tweede trofisch niveau. De reiger, van het derde trofisch niveau, staat daar weer boven.

De biotische factoren in de vijver zijn erg stabiel. Er is niet erg veel predatie zoals in het wild en er leven niet veel andere beestjes in de vijver. De abiotische factoren kunnen nog wel eens veranderen als het in de winter zo koud wordt dat de bovenste laag water in de vijver bevriest. De visjes gaan dan onderin de vijver zitten, omdat het daar warmer is. Het zuurstofgehalte in de vijver is ook constant en hoog genoeg, omdat we veel waterplanten in onze vijver hebben staan. Doordat er weinig schommelingen zijn in de biotische en abiotische factoren kan de populatie vissen in de vijver sterk toenemen. De visjes in het aquarium hoeven al helemaal nergens zorgen om te maken. Die krijgen hun voer en de temperatuur van het water wordt bijgehouden. Die leiden een lekker zorgeloos leventje. Daarom is de populatie guppy’s in ons aquarium eigenlijk te groot geworden voor de omvang van het aquarium.

Ik hou erg veel van onze visjes in de vijver. Ik zou ze nooit wegdoen om er een terras van te maken. Vooral het feit dat er vissen in zitten die ik zelf gevangen heb maakt het erg leuk om er weer keer op keer naar te kijken. Het voeren blijft ook altijd leuk, want je ziet dat de visjes er helemaal blij van worden. Had ik maar zo’n leven als de guppy’s in ons aquarium, lekker de hele dag eten en zwemmen, en je nergens zorgen over te hoeven maken!

- Bas