Ja hoor, daar is ie weer, de chemokar. Hij staat weer bij
ons in de straat. Aan het ‘leuke’ deuntje hoor je altijd precies wanneer hij er
is. De chemokar vraagt met zijn swingende jingle of iedereen zijn klein
chemisch afval wil afgeven.
De meeste mensen hebben wel een
milieubox in huis. Hier bewaart iedereen zijn klein chemisch afval in totdat de
chemokar het komt ophalen. Het chemisch afval mag namelijk niet bij het gewone
afval, omdat het giftig is en het milieu erg kan vervuilen. Zware metalen zoals
cadmium, lood en kwik behoren tot het klein chemisch afval. De spaarlampen en
de batterijen horen hier ook onder. Als deze producten bij het normale afval
terecht zouden komen, zouden deze giftige stoffen misschien in de grond of
erger nog, in het grondwater terecht kunnen komen.
Maar wat gebeurt er nou met het chemische afval nadat het is
opgehaald door de gemeente? De metalen uit batterijen en accu’s wordt bijvoorbeeld
hergebruikt. Het zink wordt uit de batterijen gehaald en er worden bijvoorbeeld
dakgoten van gemaakt. Andere metalen kunnen weer worden hergebruikt in nieuwe
batterijen. De gloei- en spaarlampen worden ook weer gerecycled tot nieuwe
lampen. Heel veel van het chemische afval kan worden gerecycled. Het deel dat
echt niet opnieuw kan worden hergebruikt wordt naar speciale ovens gebracht
waar de temperatuur zo heet is dat het merendeel van de schadelijke stoffen
kapot gaat. De gassen die vrijkomen worden ook meteen gezuiverd. Als het afval
zó giftig is dat het niet kan worden verbrand, dan wordt het opgeslagen.
Zo wordt al het chemische afval verwerkt. Het merendeel
wordt gerecycled wat het beste is voor het milieu. Ik ben er heel blij om dat
het allemaal zo goed geregeld is in Nederland. Stel je voor dat er allemaal
giftige stoffen in je drinkwater zitten, dat wil je toch niet?!
- Bas
Geen opmerkingen:
Een reactie posten