donderdag 7 juni 2012

Vriendinnen en zeepokken, een vakantieverhaal

Tijdens het lange Hemelvaartsweekend dat we vrij hadden van school, ben ik met mijn lieve vriendinnen Hannah en Lisanne op vakantie geweest in Koudekerke. Dit is een klein dorpje in Zeeland dat zich tussen Middelburg en Vlissingen bevind. We hebben het super gezellig gehad, en de dagen vlogen voorbij. Voor we het wisten was het al onze laatste avond in Zeeland, en dus besloten we om lekker uit eten te gaan bij het strandpaviljoen Piet Hein. Toen we uiteindelijk het paviljoen verlieten besloten we, tot grote tegenzin van Lisanne, om nog even op strand uit te waaien voor we een cafĂ© gingen zoeken om te borrelen. Hannah en ik renden ondertussen met de grootste lol over het strand terwijl Lisanne tegen de duinen naar ons zat te kijken. Hannah was allerlei foto’s aan het maken van mij terwijl ik over een rij golfbrekers aan het lopen was, en terwijl ik daar zo liep merkte ik dat de palen vanaf een bepaalde hoogte overdekt waren met een wat slijmerig groen spul.

Ik sprong naar beneden en bekeek de palen goed. Ik merkte al snel dat deze slierten niet hoger kwamen dan de zeespiegel stond bij vloed. Ze moesten dus wel uit de zee afkomstig zijn. Ik pakte mijn telefoon om even op internet te kijken en het bleek dat de palen overdekt waren met rotswieren. De wieren zijn een van de 4 rijken uit het plantenrijk en rotswier is een aftakking van groenwier. Dit komt voor op stenen, rotsen en golfbrekers in het getijdengebied. Hierop kunnen vaak maar weinig organismen leven en de rotswieren vormen dan ook het pioniersecosysteem van de golfbrekers. Maar er zijn nog meer dingen te vinden op de palen. Het lijkt wel of er kleine schelpjes op aan het groeien zijn! Uiteindelijk blijkt dat deze schelpjes zeepokken genoemd worden. Ik dacht dat het gewoon een leeg schelpje was, maar er bevinden zich echt diertjes in. Deze behoren namelijk tot de orde van de kreeftachtigen en kunnen zich op van alles vastzetten, zelfs op de kop van een walvis!

De reden dat we deze diertjes nooit te zien krijgen is omdat de schelpjes zich alleen onder water openen. Dan komen er zes lange poten uit en door deze heen en weer te bewegen kunnen ze hun voedsel vangen. Ze eten voornamelijk plankton die door de circulerende beweging van het water zo naar ze toe komen drijven. En het is ook niet gek dat ze een plekje hebben gekozen bij de groenwieren. Deze wieren zijn namelijk zo’n 10 tot 20 centimeter lang en helpen de zeepokken met het vangen van hun voedsel doordat ze heel gemakkelijk bewegen in het water. Deze deinende wieren zorgen dat het plankton in de waterstroom terecht komt zodat de zeepokken ze lekker op kunnen peuzelen. Bij het samenlevingsverband van de zeepokken en rotswieren is er sprake van symbiose. De zeepokken hebben er namelijk een voordeel aan dat ze zich bij de algen bevinden omdat deze hen helpen met het verkrijgen van voedsel. Verder bieden de algen ook nog een goede bescherming tegen bijvoorbeeld predatoren die wel een lekker zeepokje zouden lusten. Door de zwaaiende groene armen eromheen vallen de zeepokken zelf minder op.

Ik sta bijna met mijn neus op de palen tot een roep van Lisanne me doet opschrikken uit mijn overpeinzingen. Ze wil nu echt weg, want ze heeft een hekel aan het strand. Hannah maakt nog een laatste foto en we rennen snel terug naar Lisanne op zoek naar een gezellig warm cafeetje.



- Myrthe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten