Openwater zwemmen

Elk jaar doe ik mee aan een aantal openwaterwedstrijden. Dit zijn wedstrijden die gezwommen worden ik een plas of kanaal. Zo heb ik vorig seizoen meegedaan aan een wedstrijd in de plas bij de kurenpolder. Hier zwom ik voor het eerst de 3km. Af en toe voel je dan weleens een plantje langs je been drijven. Maar waar ik eigenlijk nooit eerder aan had gedacht, is dat dit plantje ook deel uitmaakt van een ecosysteem.

Een ecosysteem is een natuurlijk begrensd gebied met eigen kenmerkende abiotische (levenloze natuur) en biotische(levende natuur) factoren in een bioom. Een bioom is een groot gebied waarin het klimaat bepalend is voor de soorten organismen die er leven.

In het water komen veel groepen planten en dieren voor, deze groepen zijn levensgemeenschappen. Elke levensgemeenschap speelt een eigen rol in het geheel van relaties in het ecosysteem. Dit wordt nis of niche genoemd. Als je kijkt naar de nis/niche tussen alle organismen in het water zie je al snel dat de voedselrelaties het belangrijkste is. Er zijn hierin drie niveaus te onderscheiden.

Producenten:

Dit zijn de planten, in het water bijvoorbeeld algen en wieren, die m.b.v. licht en koolstofdioxide glucose vormen. Dit proces heet fotosynthese. Producenten hebben dus geen andere organismen nodig om te leven.

Consumenten:

Er is geen proces waarmee zei zelf voedingstoffen produceren. Daarom maken zei er gebruik van dat de producenten dit doen. Je kunt de consumenten verdelen in drie soorten. Herbivoren, carnivoren en omnivoren. Herbivoren, bijvoorbeeld watervlooien, eten alleen planten. Carnivoren, bijvoorbeeld snoeken, eten alleen andere dieren. Omnivoren, bijvoorbeeld karpers, eten zowel planten als dieren.

Reducenten:

Zei leven van het afval dat de producenten en consumenten achter laten. Dit bestaat uit anorganisch afval. Hiervan maken de reducenten weer organische verbindingen zoals koolstofdioxide. Dit hebben planten weer nodig om glucose van te maken. Reducenten in het water zijn bijvoorbeeld bacteriën.