woensdag 16 mei 2012

De koning van de heide

Zondagmorgen ben ik voor dag en dauw opgestaan voor een frisse boswandeling in de Duiventoren. Op de parkeerplaats was het nog erg stil, maar eenmaal in het bos schraapte de eerste vogels al hun keeltjes. Lopende in de richting van de oude zwemplas ‘Surea’, zag ik vanuit de verte een groot wollig exemplaar onder een boom. Toen ik dichterbij kwam kon ik zien dat er een Schotse Hooglander lag die rustig bezig was met het herkauwen van zijn ontbijt.

Schotse Hooglanders komen vaak in kuddes voor. De rest moest dus ergens in de buurt zijn. Al snel kwam ik ook de anderen tegen op mijn pad.








De kudde was op weg naar de plas die een eindje verderop lag in het heidegebied. De Schotse Hooglanders bevonden zich dus net op de overgang van twee ecosystemen: bos en heide. Je kunt de relatie tussen organismen en hun omgeving bestuderen op verschillende niveaus, o.a. binnen een ecosysteem. Ecosystemen zijn min of meer begrensde gebieden met kenmerkende biotische en abiotische factoren. Ecosystemen komen voor binnen een bioom. Een bioom (vegetatiegordel) is een groot gebied op aarde waar het klimaat bepalend is voor de soorten organismen die er kunnen leven. Biomen komen weer voor binnen de biosfeer (grootste organisatieniveau). De biosfeer is het gedeelte van de aarde en van de dampkring dat door organismen wordt bewoond.
In gebieden met een neerslaghoeveelheid van 75 cm of meer bestaat de climaxvegetatie meestal uit bossen. Een bos is een voorbeeld van een ecosysteem waar vooral bomen, struiken en kruidachtige planten groeien.
De heidevelden in Nederland zijn eigenlijk ontstaan toen de mens is begonnen met het kappen van bomen. In plaats van nieuwe bomen ontstond er struikhei. Eeuwen geleden waren er nog geen heidevelden. Er kwamen toen grote loofbossen in Nederland voor waarin o.a. wolven en beren leefden. Op de scheidingslijn tussen bos en hei vindt veel competitie plaats tussen de bosplanten en de heideplanten om zo veel mogelijk zaden te kunnen laten ontkiemen. Zaden van bomen, zoals berken, eiken en dennen, komen terecht op de heide en ontkiemen daar. Als hier niets aan zou worden gedaan, dan zouden de bomen de struikhei verdringen. In het verleden werden daarvoor schapen gehouden die naast de struikhei, ook de opgroeiende boompjes in bedwang hielden door eraan te knabbelen. De boompjes konden daardoor niet verder groeien. Op de heide wordt nu meer gebruik gemaakt van de inzet van runderen, zoals Schotse Hooglanders. Ze zijn namelijk goed aangepast aan de abiotische factor temperatuur, ze kunnen prima tegen de kou. Ze kunnen het hele jaar buiten staan en ze hoeven niet extra te worden bijgevoerd. Een abiotische factor is een invloed uit het milieu die afkomstig is van de levenloze natuur. De Schotse Hooglanders vervullen binnen het ecosysteem heide de nis (of niche) van planteneter. Een nis of niche is een begrip waarmee de rol wordt aangeduid die een soort speelt in het geheel van relaties in een ecosysteem.
Eenmaal bij de plas aangekomen was er volop bedrijvigheid. De meeste runderen gingen even een slokje water drinken bij de plas, anderen graasden wat rond. Er waren ook twee Schotse Hooglanders aan het vechten. Het kan gewoon speels gedrag zijn, maar het zou ook kunnen dat er sprake is van competitie (concurrentie) tussen twee mannetjes om uit te vechten wie het sterkste is.
Al deze taferelen leverde een paar mooie, maar vooral grappige plaatjes op!
Even een sanitaire stop
Auteur: Renée Peeters

Geen opmerkingen:

Een reactie posten