vrijdag 8 juni 2012

Leven op de muur

Vorige week, toen het nog zo’n 25 °C was, zat ik in de tuin en zag op de muur van de buren een aantal groene plekken zitten. Ik liep er heen en ging het eens goed bestuderen. Het waren een soort schilfertjes en het voelde ruw aan. Wat zou dit zijn?



Na enkele mogelijke zoekwoorden op Google te hebben ingetikt en wat geblader in het theorieboek, werd het me duidelijk dat het om korstmos ging. “Men vindt ze bijvoorbeeld vaak op een kale rots (bijvoorbeeld grafstenen en muren), waar ze in tegenstelling tot echte planten op kunnen leven, en soms zelfs in door kunnen dringen.”, las ik. Het waren dus geen ‘echte’ planten. Verderop las ik dat ze ook op bomen en struiken voor kunnen komen. Ik liep terug de tuin in om te kijken of dat bij de struiken in onze tuin ook het geval was en zag dit:




Op bomen en struiken bij ons de tuin groeit het dus ook, maar wat zijn korstmossen nu precies? Een korstmos is een samenlevingsvorm van algen of cyanobacteriën met een schimmelsoort. Deze symbiose is noodzakelijk, omdat de schimmel van de door de algen aangemaakte suikeralcoholen leeft. Ook de algen hebben voordeel van de schimmel. De schimmel scheidt namelijk zuren uit, zodat het makkelijker wordt voor de algen om mineralen op te nemen. Daarnaast biedt de schimmel bescherming voor de algen tegen fel zonlicht. In Nederland komen er ruim 600 korstmossen voor. Het verschil tussen de vele soorten korstmossen ligt aan de algensoort waar de schimmel mee samenleeft. De ene schimmel leeft met groenwieren, de andere met blauwwieren en zo heb je er verschillende. De algen bepalen voornamelijk de kleur, de vorm en de groeiplaats van de korstmossen.
Aangezien een schimmelsoort in korstmossen voorkomt vroeg ik me af of zo’n korstmos schadelijk is voor bomen en struiken. Na nog wat research vond ik het antwoord. Korstmossen blijken heel gevoelig te zijn voor luchtvervuiling. Vooral ammoniak (NH3), een gas dat vrijkomt bij het afbreken van stikstofhoudende stoffen in de mest van dieren, koolstofdioxide en zwaveldioxide hebben veel invloed op het aantal korstmossen in de natuur. Ammoniak verlaagt bijvoorbeeld het zuurgehalte van de schors op bomen, waardoor korstmossen moeilijk in leven kunnen blijven. Ook zwaveldioxide (SO2), een gas dat ontstaat bij verbranding van fossiele brandstoffen, vermindert de hoeveelheid korstmossen.


Je kunt dus eigenlijk aan de hoeveelheid korstmossen zien hoe schoon of juist hoe verontreinigd de lucht is. Hoe minder korstmossen, hoe vuiler de lucht. In 1970 kwamen er op een aantal plekken in Nederland vrijwel geen korstmossen voor. Dit kwam door de zure regen die in grote gebieden in Nederland viel. Zure depositie ontstaan als zwaveldioxide, ammoniak, stikstofdioxiden en makkelijk te verdampen stoffen oplossen in regenwolken. De zure regen werd toen vooral veroorzaakt door de zwaveluitstoot van fabrieken. Maar doordat in 1980 filters op schoorstenen van fabrieken zijn gemonteerd, komt dit gas een stuk minder in de lucht voor. Hierdoor kunnen de korstmossen weer volop groeien!


Korstmossen zijn dus helemaal niet schadelijk voor bomen en planten, in tegendeel! Het is juist een teken dat je in een gebied bent waar de lucht schoon is!

  - Nicole

Geen opmerkingen:

Een reactie posten