zondag 10 juni 2012

Probleem op de boerderij

Bemesting en mestoverschot in NL
Al sinds ik een klein meisje ben, kom ik regelmatig op een boerderij. Mijn oom heeft namelijk een melkveehouderij in Waspik. Ik ging er altijd vanuit dat er niet zo heel veel dingen waren op de boerderij waar je rekening mee moet houden: als je koeien gezond zijn en ze geven veel melk is het goed toch? Niet dus. In de afgelopen bio-lessen hebben we al kunnen zien dat het (over)gebruik van bemesting kan zorgen voor bijvoorbeeld watervervuiling.
Zoals je kunt zien in de kaart hiernaast, is er in Noord-Brabant veel mestoverschot. Ik vroeg me af waarom dit zo is, wat de gevolgen hiervan zijn en hoe we het probleem kunnen oplossen. Om daar achter te komen heb ik een interview bij mijn oom afgenomen.

Een van de belangrijkste vragen die ik vroeg was, of er bij het bedrijf van mijn oom sprake was van een mestoverschot, waar dat dan door komt en wat hij met het overschot doet. Zijn antwoord was dat het bedrijf inderdaad mestoverschot had, door verschillende redenen:
- De koeien worden bijgevoederd met brokken en er wordt af en toe kunstmest gebruikt. Dit omdat je hiermee tegenwoordig goedkoper kunt produceren, dan wanneer je alleen kuilvoer geeft en voor de productie daarvan koeienmest gebruikt. Uiteindelijk moet je dus wel mee met de concurrent in het gebruiken van deze goedkopere producten.
- De EU heeft regels gemaakt hoeveel kuub mest je per hectare de grond in mag spuiten. Vroeger keek men naar hoeveel mest een plant kon hebben voor hij zoutschade opliep. Tegenwoordig kijkt men naar hoeveel mest het land kan hebben voordat de nitraten uitspoelen en voor eutrofiëring ofwel vermesting plaatsvindt. Deze regel heeft ervoor gezorgd dat er meer mestoverschotten ontstonden. Gelukkig zijn er, zoals bij bijna elke regel van de EU, uitzonderingen gemaakt. Als je als boer kunt bewijzen dat jouw oogst beter groeit met meer mest, dan moet je je aanmelden bij een bureau en daar wordt individueel gekeken of een bedrijf wel of niet meer mest mag gebruiken. Dat heeft mijn oom gedaan, waardoor zijn overschot minder is geworden. Het overschot wat hij nog heeft wordt weggebracht naar andere boeren die mest nodig hebben, maar wordt niet verkocht. Vaak moet mijn oom nog geld bijbetalen zodat hij van zijn overschot af is. 

De gevolgen van de vermesting van water zijn groter dan de meeste mensen denken: door te veel voedingsstoffen in het water ontstaat waterbloei: er groeien zoveel algen in het water dat het water een groene kleur krijgt. De algen blokkeren het zonlicht en daardoor verandert uiteindelijk de hele biodiversiteit in het water. 

Als laatste vroeg ik mijn oom wat er gedaan kan worden om een mestoverschot te verminderen of zelfs te vermijden. Hij stelt voor dat iedereen meer rekening gaat houden met kringlopen. Wat nu het probleem eigenlijk is, is dat mensen de (grond)stoffen die ze nodig hebben uit de natuur onttrekken (uitputting) en na gebruik ‘geven’ ze de stoffen niet meer terug aan de natuur. Daardoor veranderen de omstandigheden voor een heleboel organismen en verandert dus ook de biodiversiteit. Ook raad hij aan om het overschot aan mest, niet te verbranden. Dit gebeurt soms, maar zou eigenlijk niet mogen omdat je dat organische stoffen verbrandt die niet meer op hun oorspronkelijke plek terugkomen. Dit zorgt dus ook voor uitputting van de grond. 

Marieke Kuijpers

Geen opmerkingen:

Een reactie posten