Tijdens het lange Hemelvaartsweekend dat we vrij hadden van
school, ben ik met mijn lieve vriendinnen Hannah en Lisanne op vakantie geweest
in Koudekerke. Dit is een klein dorpje in Zeeland dat zich tussen Middelburg en
Vlissingen bevind. We hebben het super gezellig gehad, en de dagen vlogen
voorbij. Voor we het wisten was het al onze laatste avond in Zeeland, en dus
besloten we om lekker uit eten te gaan bij het strandpaviljoen Piet Hein. Toen
we uiteindelijk het paviljoen verlieten besloten we, tot grote tegenzin van
Lisanne, om nog even op strand uit te waaien voor we een café gingen zoeken om
te borrelen. Hannah en ik renden ondertussen met de grootste lol over het
strand terwijl Lisanne tegen de duinen naar ons zat te kijken. Hannah was
allerlei foto’s aan het maken van mij terwijl ik over een rij golfbrekers aan
het lopen was, en terwijl ik daar zo liep merkte ik dat de palen vanaf een
bepaalde hoogte overdekt waren met een wat slijmerig groen spul.

Ik sprong naar beneden en bekeek de palen goed. Ik merkte al
snel dat deze slierten niet hoger kwamen dan de zeespiegel stond bij vloed. Ze
moesten dus wel uit de zee afkomstig zijn. Ik pakte mijn telefoon om even op
internet te kijken en het bleek dat de palen overdekt waren met rotswieren. De
wieren zijn een van de 4 rijken uit het plantenrijk en rotswier is een
aftakking van groenwier. Dit komt voor op stenen, rotsen en golfbrekers in het
getijdengebied. Hierop kunnen vaak maar weinig organismen leven en de
rotswieren vormen dan ook het pioniersecosysteem van de golfbrekers. Maar er
zijn nog meer dingen te vinden op de palen. Het lijkt wel of er kleine
schelpjes op aan het groeien zijn! Uiteindelijk blijkt dat deze schelpjes
zeepokken genoemd worden. Ik dacht dat het gewoon een leeg schelpje was, maar
er bevinden zich echt diertjes in. Deze behoren namelijk tot de orde van de
kreeftachtigen en kunnen zich op van alles vastzetten, zelfs op de kop van een
walvis!

De reden dat we deze diertjes nooit te zien krijgen is omdat de
schelpjes zich alleen onder water openen. Dan komen er zes lange poten uit en
door deze heen en weer te bewegen kunnen ze hun voedsel vangen. Ze eten
voornamelijk plankton die door de circulerende beweging van het water zo naar
ze toe komen drijven. En het is ook niet gek dat ze een plekje hebben gekozen
bij de groenwieren. Deze wieren zijn namelijk zo’n 10 tot 20 centimeter lang en
helpen de zeepokken met het vangen van hun voedsel doordat ze heel gemakkelijk
bewegen in het water. Deze deinende wieren zorgen dat het plankton in de waterstroom
terecht komt zodat de zeepokken ze lekker op kunnen peuzelen. Bij het
samenlevingsverband van de zeepokken en rotswieren is er sprake van symbiose.
De zeepokken hebben er namelijk een voordeel aan dat ze zich bij de algen
bevinden omdat deze hen helpen met het verkrijgen van voedsel. Verder bieden de
algen ook nog een goede bescherming tegen bijvoorbeeld predatoren die wel een
lekker zeepokje zouden lusten. Door de zwaaiende groene armen eromheen vallen
de zeepokken zelf minder op.
Ik sta bijna met mijn neus op de palen tot een roep van
Lisanne me doet opschrikken uit mijn overpeinzingen. Ze wil nu echt weg, want
ze heeft een hekel aan het strand. Hannah maakt nog een laatste foto en we
rennen snel terug naar Lisanne op zoek naar een gezellig warm cafeetje.
- Myrthe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten